Ex-geliefden willen huis op één naam zetten, ASR weigert volgens Kifid terecht
Geplaatst op: 03-03-2022, 12:17:44
Het is een bekende situatie. Je koopt als verliefd stel een huis, maar dan is de liefde voorbij en deel je alleen nog de (tot dan toe) gezamenlijke woning. Een koppel dat een hypotheek afsloot voor een nieuwbouwwoning kwam in deze situatie terecht en wilde één van de partners uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ontslaan.
ASR weigerde dit, omdat de man volgens de verzekeraar de financiële lasten niet kan dragen. Kifid geeft de verzekeraar hierin gelijk.
Na het stuklopen van de relatie, weigert ASR Levensverzekeringen het huis op één naam te zetten. Eén van de partners stapt hierop naar Kifid en stelt dat zijn ex-partner uit de hoofdelijke aansprakelijkheid kan worden ontslagen, omdat hij de lasten alleen kan dragen. ASR stelt echter dat hij de financieringslasten op basis van de acceptatierichtlijnen niet kan dragen, reden waarom de verzekeraar niet mee wil werken aan het ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid.
De Geschillencommissie wijst de vordering af. Ze wijst hierbij op het gegeven dat een ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid dient te worden aangemerkt als een wijziging van de bestaande geldleningsovereenkomst en dat voor een dergelijke wijziging instemming van de hypotheekverstrekker, in dit geval ASR, noodzakelijk is, tenzij het onthouden van die instemming naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Daarnaast geldt dat het ontslaan van de ex-partner van de consument uit de hoofdelijke aansprakelijkheid een bevoegdheid is van ASR, niet een verplichting.
“Voor dat oordeel is onder meer van belang dat ASR na een beoordeling van de inkomens- en vermogensgegevens van de consument tot de conclusie is gekomen dat hij de financiële lasten niet zelfstandig kan dragen. Een dergelijke beoordeling valt binnen de beleidsvrijheid van ASR. Daarnaast geldt dat het ontslaan van de ex-partner van de consument uit de hoofdelijke aansprakelijkheid een bevoegdheid is van ASR, niet een verplichting. Hoewel het onthouden van instemming voor het verlenen van ontslag uit de hoofdelijkheid van de ex-partner van de consument nadelige financiële gevolgen voor hem heeft, is geen sprake van een situatie die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is”, aldus de commissie. De uitspraak is bindend.
Bron: bijdrage van Christel Dieleman van 3 maart 2022 op www.amweb.nl